Weerter en Nederweerter soldaten in dienst van Napoleon

Weerter en Nederweerter soldaten in dienst van Napoleon

Weerter en Nederweerter soldaten in dienst van Napoleon.

Verslag van de lezing van Joost Welten gehouden op dinsdag 20 oktober 2015. (Joost Welten, geboren in Weert is gepromoveerd op het onderwerp “In dienst van Napoleons Europese droom”.)

Als gevolg van een strenge winter in 1794/1795 kreeg de strijd van Napoleon tegen Holland een vreemde wending. Eind 1794 had Napoleon Limburg en Brabant al veroverd op Holland en normaal gesproken zou als gevolg van de naderende winter de strijd op een laag pitje gezet worden. Immers de natte lage landen zouden dan onbegaanbaar zijn voor de soldaten. Echter er trad een zeer strenge winter in waardoor grond en water dusdanig bevroor dat de legers van Napoleon vrij gemakkelijk konden opmarcheren naar de “Hollanden”.  Omdat de schepen in de havens vastgevroren lagen kon de landmacht van Napoleon de Marine van de Hollanden over land veroveren. Daardoor werd Nederland sneller als verwacht veroverd.

In 1795 werd Limburg bij Frankrijk ingelijfd en werd dus een onderdeel van het Franse Rijk. Nederland bleef (voorlopig) nog zelfstandig.  Vanaf 1795 werden de Franse wetten in Limburg dus van toepassing. Dat had voor Limburg ingrijpende gevolgen. In de Franse wetgeving was er een scheiding tussen staat en kerk hetgeen inhield dat men vrij was te geloven maar dat er “buitenshuis” geen uiting aan gegeven mocht worden. Dus geen kruisen (ook niet op kerken) , geen processies of klokgelui. Daarnaast moest er belasting betaald worden aan Frankrijk en werd hier de dienstplicht ingevoerd. Immers Frankrijk had als gevolg van zijn oorlogsvoering een groot gebrek aan militairen en aan geld. Dit alles riep veel weerstand op onder de bevolking.

Via een systeem van loting werd bepaald wie van de mannelijke bevolking in dienst moest. De regio Weert moest aanvankelijk 20-30 dienstplichtigen per jaar “leveren”. In de beginperiode ontkwamen veel jongelingen aan de dienstplicht omdat ze vluchtte naar Nederland en dus buiten het bereik van de Fransen waren. Maar als iemand die in dienst moest zich hieraan onttrok dan moest de volgende op de lijst in dienst. Dus dat zette de onderlinge solidariteit tegen de Franssen op gespannen voet. Omdat de dienstplichtigen nog minderjarig waren werden de ouders aansprakelijk gesteld voor hun gedrag. Kwam een dienstplichtigen niet “op voor zijn nummer” dan kregen de ouders een zware boete van 1500 francs. Een jaarloon was toen 300 francs. De meeste konden dat natuurlijk niet betalen en dan werden al hun bezittingen openbaar verkocht. Ook het helpen (bijvoorbeeld onderdak of werk verschaffen) van diegene die zich onttrokken aan de dienstplicht werd zwaar gestraft. De Gendarmerie ( de eerste professionele politie) die door de Franse in het leven geroepen was, hield hierop toezicht. In Weert was een kazerne van de Gendarmerie. Naderhand kregen ook wel personen van hier een relatie met de Fransen, waardoor de tegenstand tegen het Franse regime ook verminderden. Door de toezicht en het optreden van de Gendarmerie verliep na enige jaren het onder de wapenen roepen van dienstplichtigen steeds beter. Dienstplichtigen moesten zich melden op het Vrijthof in Maastricht en daar krgen ze te horen bij welk Regiment ze waren ingedeeld en waar de kazerne was waar betreffende Regiment lag. Dit kon ook in Zuid Frankrijk of Italie zijn. Dan konden de dienstplichtigen, die vaak niet verder dan hun eigen dorp waren geweest, op pad. Het was dan vaak een wekenlange voetreis naar onbekende bestemming.

In de periode 1795- 1813 zijn vanuit deze regio ongeveer 600 jonge mannen in dienst geweest van Napoleon. Hiervan is de helft niet meer teruggekeerd. De meeste zijn gestorven aan een ziekte (ongeveer 90% en de rest gesneuveld).  Veel soldaten hielden contact met de familie via briefwisseling. In deze brieven werd dan vaak ook vermeld hoe het ging met andere dienstplichtigen uit deze regio die men tegenkwam.

Uit deze brieven bleek dat veel jonge mannen het soldatenleven romantiseerden en er was een grote drang zich te onderscheiden en om hun leven te geven in dienst van Napoleon. Het verwerven van heldendom en om in het belang van volk en vaderland te strijd aan te gaan en eventueel te sterven, was een belangrijke drijfveer.

Met een aantal anekdotes van soldaten, met naam en toenaam, uit onze regio wist Joost Welten zijn verhaal zeer interessant te maken en had hij een zeer aandachtig gehoor.

 

 

 

 

 

Reacties zijn gesloten.